Voor de verandering speelden we een keer een KNSB-bekerwedstrijd op een zaterdag en wel op 10 december in Putten tegen PSV/Dodo. Geen onbekende club voor ons; nota bene in de competitiewedstrijd van de week ervoor hadden we een beetje schlemielig van ze verloren. Ik mag ‘we’ zeggen, want alle Almeerders die in deze bekerwedstrijd opgesteld stonden, deden die week daarvoor ook mee in de gewone competitie. Dat gold ook voor de tegenstanders trouwens. De Puttenaren hadden in de eerste ronde VAS uit Amsterdam eruit geknikkerd, dus een walk over zou het zeer waarschijnlijk niet worden. Op papier hadden we een licht overwicht, dat was alles. En dat was die week ervoor niet anders!
Mijn partij met zwart op het derde bord tegen Kevin van Brummelen verliep voorspoedig. In een Alapin kreeg ik een lekkere stelling, en met mijn twaalfde zet dacht ik 13.Pe4 van wit voorkomen te hebben, maar tot mijn verbazing speelde hij die zet toch. Het bleek ook eigenlijk niet te kunnen, maar was veel minder duidelijk dan ik aanvankelijk dacht. Mijn tegenstander zag zich gedwongen een stuk te geven, kreeg daarvoor onvoldoende spel en al snel stond het 0-1 voor ons.
Lang hield die voorsprong echter niet stand, want helaas ging Diederic ’t Hooft daarna op vier tegen Ron Flohr kopje onder. Diederic had na een gambiet van het soort dat we zo vaak van hem zien een veelbelovende aanvalsstelling op weten te bouwen. Maar een mat of een concrete winst kon onze man niet vinden, en in eindspel dat uiteindelijk op het bord kwam speelde zijn tegenstander handig en goed, zoals ikzelf toevallig de week daarvoor ook al had ondervonden. Hij offerde ergens een kwaliteit, waardoor zijn vrijpionnen onstuitbaar konden oprukken. 1-1 dus.
Daarna begon het grote nagelbijten. Dennis had op bord twee met wit tegen Rogier Dijk een lastig te beoordelen stelling met ongelijksoortig materiaal (dame+paard tegen 2 torens+pion). Zag er wel gunstig uit, maar zwart had een vrije a-pion die makkelijk roet in het eten kon gooien. Om eerlijk te zijn kon ik de stelling van Woudje op bord een tegen Ewoud ’t Jong niet echt goed beoordelen. Ik dacht dat Martijn in lichte moeilijkheden was, maar zelf gaf hij achteraf aan dat dat wel mee viel. Hij zal het scherper gezien hebben dan ik. In beide partijen speelden alle vier de spelers het einde op het randje van hun tijd. Ik pendelde heen en weer tussen de twee overgebleven borden en zag eerst Dennis winnen nadat beide spelers een dame extra gehaald hadden en stellingen hadden moeten spelen waar je graag even fors tijd voor zou willen uittrekken. Teruggekomen bij het bord van Martijn zag ik dat een pion van hem op promoveren stond, en zijn tegenstander het voor gezien hield. Een 1-3 overwinning en dus overwinteren we een keertje in de KNSB-beker. De loting voor de volgende ronde is al bekend: we spelen thuis tegen De Waagtoren uit Alkmaar. Kon slechter.