De barrage
Dinsdag 4 juli jl. Was het dan zover, er stond weer een barrage op het programma. Nu wilde ik persoonlijk liever op een vrijdag schaken en eigenlijk al helemaal niet na een clubavond maar door omstandigheden was dit toen op korte termijn de enige beschikbare datum.
Het had achteraf ook wel weer wat voordelen aangezien ik de vorige avond op de club het rapidkampioenschap wist veilig te stellen en dat geeft toch een extra goed gevoel wat je die avond erop ook weer meeneemt.
Een rapidbarrage geeft toch een extra (al dan niet gezonde) spanning die je bij een reguliere tweekamp ook wel hebt, maar door het versnelde tempo voelt het persoonlijk toch nog een tikkeltje meer. Ik heb al aardig wat barrages erop zitten, waarbij vooral de laatste (vorig jaar) tegen Richard een episch gevecht was waar telkens de zwartspeler won totdat dat na vele potten eindelijk doorbroken werd en mijn kant opviel.
Dit kampioenschap was het ook weer het geval. Nu kennen Dennis en ik elkaar natuurlijk heel erg goed en we hebben al talloze potten tegen elkaar gespeeld en ik ben vooral beducht voor de theoretische kennis van Dennis maar dat de zwartspeler ook dit jaar weer een glansrol zou vervullen had ik totaal niet verwacht. In de reguliere tweekamp wist ook telkens de zwartspeler te winnen. Wat dat betreft was ik dan ook blij dat ik de 1e partij in de barrage zwart lootte.
De partijen zijn verderop na te spelen met een korte analyse. De eerlijkheid gebied te zeggen dat het geen hoogstaand spel was. Ik heb zowel in de reguliere tweekamp als in deze barrage vaker slechter dan beter gestaan. Het schaken zelf ging sowieso de laatste paar maanden niet zo best meer; veel verliespartijen, goede stellingen niet kunnen winnen, maar vooral ook abominabel slecht spel. Dat was ook een reden dat ik het Scienceparktoernooi links liet liggen; met de huidige vorm leek me dat geen goed plan en tevens had ik er niet zoveel plezier meer in. Het plezier is gelukkig wel weer terug, nu het spel nog en de eerstvolgende test wordt het HZ-toernooi in Vlissingen begin augustus waar ik overigens samen met Dennis heenga. Bovenal blijven we toch goede (schaak)vrienden.
In de 1e partij besloot ik pas achter het bord wat ik zou gaan spelen. Het werd een soort van Oud-Indisch, iets wat ik volgens mij buiten vluggertjes nog nooit gespeeld heb maar ik hoopte dat Dennis dat ook niet zo vaak tegen zich heeft gehad en al helemaal niet van mij verwachtte. Ik wilde de partij eigenlijk heel rustig opzetten waarbij ik weer van plan was snel tijdsvoordeel te behalen wat enigszins lukte. Toch kwam later de aard van het beestje weer boven en moest ik zo nodig weer ijzer met handen breken door op zet 12 toch weer g5?! te spelen. Het kon allemaal nog maar later had de c-pion van Dennis mij de das om moeten doen. Ik weet niet meer precies welke variant ik daar had berekend maar het oordeel van de engine spreekt boekdelen Het lijkt bijna alsof je als witspeler gewoon geen partij mag winnen in een Almeerse barrage.
In de 2e partij besloot ik dan eindelijk voor het ‘dronken’ paard te kiezen. Een leuk stukje omtrent deze opening is hier te vinden: http://www.fischerz.nl/noe4.htm. Ik had vooraf besloten dat als ik de 1e partij zou winnen dat ik met wit het ‘dronken’ paard van stal zou halen. Bij remise of verlies had ik het hoogstwaarschijnlijk niet gespeeld omdat je er nou niet bepaald enige winstkansen krijgt als zwart geen gekke dingen doet. Dennis moest echter all-in, of eigenlijk is bij schaken een betere omschrijving: all-out.
Dit gebeurde dan ook, Dennis kwam al snel met het sterke h5 en vervolgens met het iets minder sterke g5, maar de toon was gezet. Frappant genoeg kwam ik na een zet of 12 zeer goed te staan, wat je van deze opening nauwelijks mag verwachten. Het afwikkelen en converteren naar een (simpel) gewonnen stelling liet echter weer te wensen over en na een zet of 25 a 30 was er van het voordeel weinig meer over. Maar hee, ik had aan remise genoeg bedacht ik me dus geen paniek; gewoon slapjes verder spelen en geen risico’s meer nemen en dat lukte dan wel weer aardig. Remise was dan ook een normale uitslag geweest ware het niet dat Dennis alles of niets moest en zich daardoor in rare bochten moest wringen om nog enigszins hoop te houden op enige blunder van mijn kant. Dit gebeurde gelukkig niet meer en ik deed feitelijk helemaal niets meer behalve wat heen en weer spelen met de koning en af en toe wat schaakjes geven. Uiteindelijk won ik de partij dus wat puur met de stand te maken had. Wel was het zo – net zoals vorig jaar – dat ik in de laatste partij de hegemonie van de zwarte stukken kon doorbreken.
Rapidkampioen en clubkampioen binnen 2 dagen; dat is dan toch wel weer mooi! Het was een tijd geleden dat ik de dubbel had gewonnen en het voelt nog steeds goed. Met de aanstormende jeugd in Almere zal het alleen maar moeilijker worden de komende jaren dus deze koester ik zeker.
Woudje