Het eerste pakt flink uit en handhaaft zich uiteindelijk toch nog gemakkelijk!

Analyses Senioren

We spelen de laatste ronde KNSB en zijn nog niet veilig voor degradatie. Hoe is dat toch zo gekomen? Welnu, als je maar genoeg bordpunten inlevert dan kom je er vanzelf (niet). Uw verslaggever van de dag heeft overigens hartstochtelijk meegewerkt aan dit puntenverlies. Uit pure clubliefde besluit hij om vandaag een ander kanon voor zich in stelling te laten brengen. Frans is bereid zijn plaats in te nemen. Gelukkig zijn we verder compleet en dus op volle sterkte. De zon schijnt volop en het schaakhumeur is prima. Naar verluidt hebben verschillende spelers zich op vrijdagavond goed voorbereid in het poolcentrum. Dat schept (bepaalde) verwachtingen. De opdracht is duidelijk. Iedereen is zich terdege bewust van de enorme verantwoordelijkheid die vandaag op de schaakschouders drukt.

We spelen tegen LSG 4. Ze hebben hetzelfde aantal matchpunten maar een bordpunt minder. Wij mogen gelijkspelen, zij moeten winnen. In het degradatieverhaal zijn ook andere varianten mogelijk, maar daar ga ik u niet mee lastig vallen. De speellocatie in Leiden is een vriendelijk wijkgebouwtje met verschillende zalen. Er was wat gedoe over de aanvangstijd. LSG 1 is voor het eerst in de historie landskampioen geworden en dat gaat deze avond groots gevierd worden. Maar dit team speelt uit en moet van ver komen. Dan zou het toch prettig zijn als de andere thuisspelende teams, niet zo lang hoeven te wachten op hun warme buffet. Afijn, de voorgestelde aanvangstijd van 14.00 uur wordt afgewezen door een ander bezoekend team en de partijen beginnen gewoon iets over enen.

Teamleider/voorzitter Johan Bertelkamp, weer of geen weer, bij iedere uitwedstrijd aanwezig, heeft een hele routine opgebouwd rond het bezoek aan een andere vereniging. Eerst verzamelt hij de mobiele telefoons en brengt ze naar zijn auto. Daarna gaat hij de omgeving verkennen en als de eerste echte schermutselingen in de partijen een feit zijn, maakt hij zijn rondjes langs de borden om ieder remiseaanbod op waarde te kunnen schatten. Alles heel rustig en natuurlijk op z’n Johans. Het mag wel eens gezegd worden, we hebben een dijk van een voorzitter.

Meestal ga ik zelf zo op in mijn eigen partij dat ik pas om me heen ga kijken als ik mijn koning heb moeten omleggen. Maar nu, met de gelegenheid om het hele schaakgebeuren eens rustig te observeren, vallen mij allerlei dingen op. Bijvoorbeeld de houding van spelers achter het bord, hun lichaamstaal. Spelers die letterlijk met de handen in het haar zitten, duidelijker kan het toch niet? Of schakers die ver achterover leunen, kennelijk met de bedoeling om zoveel mogelijk afstand te creëren tussen henzelf en wat er aan afgrijselijks op hun bord staat. Schaken doe je voor je plezier… Weer anderen die voortdurend aan de wandel zijn, waarschijnlijk op de vlucht voor het teveel aan spanning of op zoek naar inspiratie, of desnoods digitale doping. Een mooi tafereel. Voer voor psychologen ook. Maar neem dan de spelers aan onze drie topborden. Tobias, Martijn en Dennis. Ze zitten vandaag op een rijtje. Alsof ze dat zo afgesproken hebben, leunen zij in exact dezelfde hoek over het speelbord. Hun armen onder zich gevouwen op de tafelrand. Hun ogen strak op het bord gericht. Alsof zij een net geserveerde maaltijd bestuderen en nog niet precies weten waar ze de vork het eerst in moeten zetten. Hun hongerige ogen gefixeerd op borden vol hapklare brokken. Een imponerend gezicht. Dat moeten hun tegenstanders toch ook zo ervaren hebben.

Een ander leuk aspect van het vrij en onbezorgd mogen rondlopen is het feit dat je tijdens de partijen een heleboel mini-interviewtjes kunt afnemen. Ze komen bijna allemaal wel een keer voorbij. Tobias gaat het lekker? Ja, lekkerrrr! Mike, wat heb je gedaan? Drie kwartier nagedacht over een tweede achtereenvolgende Dame-zet. Veelbetekenende blik daarbij. Richard, wat jij op het bord hebt, dat is toch die anti-Caro-Kann (Pseudo Panov) die Tobias vaak speelde? Ja gelukkig wel, daarom weet ik een beetje waar ik de stukken moet zetten, maar ik vind dat nog moeilijk genoeg. Ivo hoe gaat het? Nou, ik zie dat mijn tegenstander zijn stukken allemaal op de damevleugel heeft gezet, daarom ga ik straks maar wat doen op de koningsvleugel. F5 of zo. En laat dat nou precies de door Ivo uitgevoerde winnende strategie zijn. Frans hoef je niks te vragen, die vertelt uit zichzelf wel hoe hij staat. Het is bijna altijd leerzaam om zodoende met hem mee te kunnen denken. Hij speelt een soort primitieve Benoni waar ik echt niet bang voor ben. Martijn zie ik pas na de tijdcontrole. Even met hem meeroken. Al dat werk voor de goede loper, Martijn? Ja precies, daar deed ik het allemaal voor.

Maar nu naar de partijen en het wedstrijdverloop. Gelukkig willen de winnaars van de dag hun partijen wel publiceren. Ze zijn bovendien voorzien van hun eigen commentaar.

Het eerste resultaat komt van Richard. Hij speelt met zwart tegen de oude houwdegen Frans Erwich. Wit houdt vast aan zijn pluspion. Als zwart die kan terugwinnen, staat hij goed. Zwart moet daarbij beducht zijn voor de opstoot van deze pion naar d6. Richard weet zich door middel van een paardoffer in ieder geval zeker van eeuwig schaak. Maar zit er meer in? Jawel veel meer! Winst voor Richard.

Gelukkig maakt Mike remise. Daar zag het even niet naar uit. Hij komt al snel terecht in iets dat hij helemaal niet kent en moet lang nadenken om nog een enigszins harmonieuze opbouw te bereiken. Als hem dat gelukt is, biedt hij na overleg remise aan. Dit wordt geaccepteerd.

Tobias rokeert niet. Dat moet je even weten als je met zwart tegen hem moet aantreden… of met wit (Groot-Kabos 0-1 Almere, 16-04-2018). Rokeren vindt hij waarschijnlijk zonde van zijn tijd. In het midden staat een koning toch ook veel actiever? Wat ik van zijn partij kan zien, doet me denken aan een notenkraker, waarbij in dit geval de zwarte noten op het bord worden gekraakt. Winst voor Tobias.

Frans verliest toch. Het ziet er eerst helemaal niet naar uit. Hij ontwikkelt een gevaarlijke aanval maar vergeet wellicht om zijn hulptroepen tijdig te ontwikkelen. Hij krijgt vervolgens te maken met gevaarlijke dreigingen tegen f7, wikkelt goed af, maar maakt dan toch weer een foutje. Jammer Frans, maar ik had het vast niet beter gedaan.

Ivo speelt strak de laatste tijd. Ook in deze partij breekt hij de stelling op het juiste moment open, bezorgt zijn tegenstander tal van lastig te nemen beslissingen, waarvan er één te ingewikkeld is. Een verkeerde keuze leidt tot stukverlies. Ivo wint.

Dennis wint ook. Met de fluwelen handschoen creëert hij een stelling waarin hij het loperpaar, meer ruimte en meer activiteit voor zijn stukken heeft. Hij kan afwikkelen maar zoekt het mat en maakt het zichzelf daarmee nog wel even lastig. Ook omdat hij over bijzonder weinig denktijd beschikt. Ik sta erbij en ik kijk ernaar. De seconden op de klok van Dennis tikken weg 7,6,5,4,3… het zal toch niet? Nee, hij zet en drukt zijn klok in! Dat was koelbloedig Dennis. 3 seconden zeg je? Ik heb dat helemaal niet gezien…

Diederic verliest. In de Franse opening staat zijn tegenstander toe dat Diederic zijn loper tegen het paard afruilt op h6. Hierdoor ontstaat een lelijk gat in de defensie van zwart. Maar dat schijnt theoretisch gesproken allemaal wel te mogen. Diederic is heel ondernemend en brengt zijn stukken op beide vleugels in beweging. Dit stelt zijn tegenstander in staat om een scherpe tegenaanval te lanceren. Diederic moet de dame geven voor toren en paard en even later ook het paard en weer even later ook de toren. Als daarna de geplande promotie ook niet doorgaat staat hij met lege handen.

En dan Martijn. Wat een partij weer van die man! Het is de moeite waard om het grillige slakkenspoor dat zijn koning over het hele bord heeft getrokken, op een oud schaakbord na te tekenen om het geheel daarna als kunstwerk aan de muur te hangen. Martijn probeert het links, hij probeert het rechts, de stelling lijkt potremise maar dan heeft hij toch weer een gebbetje. De omsingeling van de zwakke pion van zijn tegenstander is een mooi staaltje van schaaktechnisch doorzettingsvermogen. Vooral omdat hij daarbij ook moet uitrekenen of zijn opponent niet zelf ook kansen krijgt om te promoveren op de verlaten koningsvleugel. Martijn wint. Nog even dit. Ik ben al lang fan van Martijn maar heb sinds kort ‘het gevoel’ dat zelfs als onze tegenstanders een grootmeester zouden opstellen, hij daartegen niet perse kansloos zou zijn…

Met 9 matchpunten en 38 bordpunten eindigt Almere1 strak op de vijfde plaats. De cijfers zijn een goede weergave van het dit seizoen vertoonde spel. Briljante ingevingen en kortzichtig geklungel waren in gelijke mate op de borden te beschouwen. Ik spreek hierbij de hoop uit dat we het volgende seizoen weer mogen genieten van het spel van onze 4 musketiers Tobias, Dennis, Martijn en Ivo, Richard, weer helemaal terug, Diederic, voor iedere tegenstander gevaarlijk en Mike, altijd een vaste waarde. Dit team, versterkt met wat aanstormend talent moet in staat geacht worden om de cup met de grote oren weer eens een keertje naar Almere te brengen.

Uw verslaggever groet u en belooft binnenkort zijn stap 3 examen te zullen gaan doen bij ome Ton.

Pim Groot