Donderdag 18 april heb ik mijn laatste partij in Mokumse Meesters gewonnen en daarmee mijn eerste meesterresultaat gehaald.
IM-norm
Een meesterresultaat of IM-norm haal je door in een toernooi een TPR van => 2450 te halen. Daarnaast zijn er nog aanvullende eisen: je mag tegen maximaal 5 spelers van je eigen federatie gespeeld hebben en je moet tegen 5 titelhouders spelen waarvan 3 IM’s. In een gesloten tienkamp als Mokumse Meesters zijn er dus meestal 3 FM’s en 3 IM’s. Om IM te worden, heb je 3 IM-normen nodig en moet je 2400 FIDE hebben of (virtueel) gehad hebben.
Over Mokumse Meesters
Het spelersveld van Mokumse Meesters is natuurlijk zo samengesteld dat het aan deze eisen voldoet. De deelnemers waren:
- IM Hing Ting Lai (2463)
- FM Jasel Lopez (2388, ARU)
- IM Barry Brink (2401)
- IM Demre Kerigan (2370, TUR)
- IM Albert Blees (2339)
- Tjark Vos (2228, AHO)
- Tom Bottema (2222)
- Francisco Hernández Iglesias (2092, ESP)
- Khoi Pham (2122)
- En ik (2303)
Vooraf was bekend dat ik 6.5/9 nodig had in dit veld om een IM-norm te halen. Jasel had zelfs 7/9 nodig.
Het bijzondere aan dit toernooi was dat de partijen op verschillende locaties gespeeld werden, namelijk op de clubavonden bij Amsterdamse clubs (en Zukertort Amstelveen, maar daar heb ik zelf niet gespeeld). Het was ook niet nodig dat een ronde (met 5 partijen in totaal) tegelijkertijd werd gespeeld, dus het toernooischema werd gemaakt op basis van de beschikbaarheid van alle spelers. We speelden ieder ongeveer een partij per week en het toernooi duurde van februari tot april.
Op https://mokumsemeesters.wordpress.com/information/ vind je meer informatie over dit toernooi/concept.
Barry was FM tot een week voor aanvang van het toernooi, maar haalde zijn laatste IM-norm en doorbrak de 2400-barrière eind januari in de Tata toptienkamp. Ook Jasel is inmiddels zo goed als IM.
De lezer aan zet
Voordat ik mijn partijen laat zien, wil ik graag jou als lezer uitdagen om de tactische oplossing te vinden in deze stellingen uit mijn partijen:
Opgave 1. Blees-Kabos na 15…Pc6, wit aan zet wint (niveau: makkelijk)
Opgave 2. Pham-Kabos na 42.a5, zwart aan zet (niveau: makkelijk)
Opgave 3. Vos-Kabos na 22.Lxa7, zwart aan zet (niveau: moeilijk)
Opgave 4. Pham-Kabos na 16.Le3, zwart aan zet wint (niveau: briljant)
De antwoorden staan aan het einde van dit verslag.
Partijen
Ik raad de lezer met weinig tijd aan zich te beperken tot partijen 3, 4 en 9 (tegen Albert, Tom en Tjark).
Ronde 1
De eerste ronde was op 5 februari. Er waren die avond 4 partijen, dus een bijna gezamenlijke ronde, en we speelden in café Batavia 1920 tegenover Amsterdam Centraal. Ik had niet echt tijd gehad om me voor te bereiden, aangezien de indeling/het speelschema pas 2 dagen daarvoor bekend was gemaakt. De andere spelers (dus ook mijn tegenstander Jasel) hadden natuurlijk hetzelfde probleem. We zaten in het zijzaaltje waar ook altijd het Batavia Chess Tournament wordt gespeeld, daardoor konden we nog wel zachtjes de muziek uit het café horen. Ik vond het heerlijk om met wat gezelligheid op de achtergrond te schaken:
Ronde 2
Op 12 februari speelde ik met zwart tegen Demre bij Caïssa. Dit keer had ik me wel kunnen voorbereiden, maar Demre week snel af waardoor ik zonder heel veel problemen uit de opening kwam. Vooraf had ik me vooral bedacht dat ik solide wilde blijven en dat lukte tot op zekere hoogte wel:
Ronde 3 (en oplossing opgave 1)
Twee dagen later wachtte me alweer de volgende partij, namelijk tegen Albert bij Amsterdam West. Ik was tamelijk ontevreden over mijn voorbereiding. Het lastige was dat ik eigenlijk maar 1 dag de tijd had om me voor te bereiden en Albert speelt zowel 1.e4 als 1.d4/1.Pf3/1.c4. Ik had dus al weinig tijd en die tijd moest ik ook nog verdelen. Daarom besloot ik om op mijn oude repertoire te vertrouwen, maar mijn geheugen en inzicht lieten me snel in de steek:
Na deze teleurstellende 0 had ik 5 uit 6 nodig om een IM-norm te kunnen halen. Ik had geen andere keuze dan om er met hart en ziel voor te gaan.
Ronde 4
Tom Bottema leek me op 19 februari bij Caïssa wel een te nemen horde, maar ik verloor al snel de controle toen hij voor complicaties ging:
Ronde 5
Op 26 februari speelde ik weer bij Caïssa, nu met wit tegen de kersverse IM Barry Brink. Barry en ik hebben met rapid en snelschaak al best vaak tegen elkaar gespeeld en daarom kennen we elkaars openingsrepertoire wel. Ik wilde hem verrassen in de opening met een nieuw idee in de Alapin (1.e4 c5 2.c3), maar hij was me voor met zijn 5…Bf5!?. Ik hoop dat ik mijn nieuwtje later nog kan gebruiken, voordat iemand anders het doet. Ik speel meestal 1.d4 en had niet verwacht dat hij 1.e4 echt zou voorbereiden:
Ronde 6
Op 8 maart speelde ik tegen Francisco bij… de Raadsheer! Deze ronde zou aanvankelijk in Café Batavia gespeeld worden, maar er was die avond Champions League en dus zou Batavia te luidruchtig zijn door alle beschonken voetbalfans. Zoals sommigen van jullie wel weten speel ik ook extern bij de Raadsheer en dus vond ik het helemaal geweldig om bij mijn eigen clubje een partij te kunnen spelen:
Na deze overwinning had ik “nog maar” 2½ uit 3 nodig, maar ik kreeg nog wel drie keer zwart tegen respectievelijk Khoi, Hing-Ting en Tjark.
Ronde 7 (en oplossing opgave 2 en opgave 4)
In ronde 7 (28 maart bij VAS) leek het sprookje echt uit toen ik slechter en slechter kwam te staan tegen Khoi na op zet 16 een absoluut briljante directe winst gemist te hebben:
Nu had ik nog 1½ uit 2 nodig, maar in ronde 8 wachtte me een pittige tegenstander.
Ronde 8
Op 2 april speelde ik bij Caïssa tegen Hing-Ting met zwart. HT is een meester in zetvolgordes (hij speelt zowel 1.Pf3, 1.d4 als 1.c4 en dwingt je op die manier vaak in die ene variant van je openingsrepertoire die je niet zo graag speelt) en heeft menig meester en grootmeester tot wanhoop gedreven met zijn constante positionele druk. Ik wist dat hij op dat moment al 42 partijen ongeslagen was en virtueel op 2480 stond. Het was dus wel duidelijk dat dit een hele zware beproeving ging worden:
Ronde 9 (en oplossing opgave 3)
18 april was de laatste ronde: met zwart tegen Tjark bij Amsterdam West. Mijn enige verliespartij tot nu toe was bij Amsterdam West en ondanks dat ik niet bijgelovig ben (want dat brengt ongeluk), spookte dat wel even door mijn hoofd. Een paar weken daarvoor had ik met Manuel (Bosboom) het NK doorgeefschaak gewonnen en uiteraard hadden we het over mijn gewenste apotheose van Mokumse Meesters. Manuel zei iets als “het is toch het allermooiste als het allemaal neerkomt op één partij die je moet winnen, dan kun je helemaal alles geven en tot het uiterste gaan om te winnen”. Dat was ik natuurlijk al van plan, maar deze romantisering van Manuel gaf me een nog beter gevoel over de partij.
Tjark speelt (net als ik) zowel 1.e4 als 1.d4 en in de twee weken voorafgaand aan deze partij had ik een must-win repertoire gemaakt met de Pirc en het Konings Indisch. Ik had net iets meer tijd in 1.e4 gestoken, omdat we na 1.d4 d6 2.e4 alsnog naar de Pirc konden gaan.
Ik heb geleerd dat je moet accepteren dat je kunt verliezen als je wilt winnen:
Mijn eerste IM-norm was niet alleen een heel groot persoonlijk succes, maar was ook voor het toernooi heel goed: een ‘normentoernooi’ is pas echt een succes als er een norm valt.
Van https://mokumsemeesters.wordpress.com/
Van https://twitter.com/MokumseM
De arbiter en organisator van Mokumse Meesters, Arno Eliëns, heeft het schaken in Amsterdam een grote dienst bewezen met dit toernooi. Hij was niet alleen als arbiter iedere avond aanwezig, maar heeft het toernooi ook maandenlang voorbereid (onder andere de spelers uitnodigd, intensief contact gehad met de FIDE, het speelschema gemaakt) en de nodige promotie voor het toernooi gemaakt (op Facebook, Twitter, Utrechtschaak, de pagina van Mokumse Meesters en in Schaakmagazine). Daarmee heeft hij niet alleen de spelers een leuk toernooi bezorgd, maar ook veel lokale schakers in Amsterdam kunnen vermaken met partijen op niveau. Bedankt!
De eindstand:
Mijn persoonlijke score: http://chess-results.com/tnr401461.aspx?lan=1&art=9&fed=NED&snr=7
De IM-norm heeft een mooi plekje gekregen in mijn kamer:
Antwoorden opgaven
Opgave 1. Na 16.Pc5 had ik geen verdediging meer tegen de simpele dreiging Pxb7 gevolgd door Lxc6. Bijvoorbeeld 16.Pc5 Db6 17.Pxb7 Dxb7 18.Lxc6+ of 16…0-0-0 17.Pxb7 Kxb7 18.Lxc6+. Ik probeerde 16…Tb8, wat ook verloor na 17.Pxb7. Zie partij 3 (tegen Albert Blees).
Opgave 2. Na 42…Pf4 dreigt zwart …Pxh3+ gevolgd door …Dh4 met ondekbaar mat. g2 staat natuurlijk ook aangevallen. Wit moet op f4 slaan en komt een pion achter te staan na 43.Txf4 Dxg2+ 44.Dxg2 Txg2+ 45.Kh1 Txb2+ 46.Kg1 Txb5. Zie partij 7 (tegen Khoi Pham).
Opgave 3. Na 22…Lxa2+ wint zwart altijd het stuk terug en bereikt geforceerd een gewonnen eindspel met een pion meer, de varianten staan hier uitgewerkt:
Of zie partij 9 (tegen Tjark Vos).
Opgave 4. Zwart wint met 16…Nxd5 17.exd5 Dg5!!. Na 18.Lxg5? is Pd3#. Zwart wint in alle varianten materiaal:
Of zie partij 7 (tegen Khoi Pham).
