Zaterdag 12 maart vertrok Almere 2 naar Woerden om aldaar tegen het eerste team van de plaatselijke schaakclub voor het eerst dit seizoen matchpunten proberen te behalen. Van te voren was al duidelijk dat dit een moeilijke opgave zou worden, Woerden 1 heeft in de sterkste opstelling zo’n 200 rating punten meer gemiddeld dan Almere 2.
Almere 2 was voor het eerst compleet, alle 9 spelers present. Voor mij reden om mij voor deze ronde de rol van non playing captain toe te bedelen.
Frans Hazenberg (1851) speelde op bord 3 tegen Ed Oosterlaken (2064). Ergens ging het mis en verloor Frans een belangrijke pion en leek zijn stelling ook minder, maar kort daarna wist hij met een combinatie een kwaliteit te winnen. Frans heeft een tijdje geprobeerd het volle punt binnen te halen, maar nam uiteindelijk genoegen met remise.
Bart Krol (1885) stond op bord 2 tegen Selman Ercan (2173) wat passief maar wist na paardruil steeds actiever te komen staan. Door wat te opportunistisch opgespeelde pionnen kwam de koning van de tegenstander in gevaar. Met behulp van een loper, paard en dame, en matdreiging, kon Bart een centrum pion laten promoveren. Dit kostte de tegenstander materiaal, en de aanval van Bart was allerminst afgeslagen. Enkele zetten na de promotie zag zijn tegenstander het niet meer zitten en gaf op.
Kees Vlak (1728) speelde op bord 8 tegen Marcel van Oort (1851) een sterke partij. Ik was bang dat Kees het onnodig complex maakte omdat hij in het middenspel een paard in liet staan, maar Kees bleek alles onder controle te hebben en won een kwaliteit en had ook een betere stelling. Toen de tegenstander de keuze had om nog een stuk in te leveren of zich mat te laten zetten ging het punt naar Kees.
Met een rating verschil van 200 punten in ons nadeel kan het niet op elk bord zo goed gaan. Albert Kortendijk (1813) speelde op bord 4 tegen Marcel Schröer (2092) een moeizame partij. Er werd veel afgeruild en in een eindspel met ieder 2 torens lukte het Albert niet om beide torens actief te krijgen. Zijn tegenstander wist zijn koning actief op te stellen en ruilde op het juiste moment de torens af om in een winnend pionneneindspel te belanden.
Op bord 5 liep het met Jeroen Wieland (nog geen rating) ook niet goed af tegen Jelle Wiering (1983). Jeroen kwam iets minder uit een afruil en werd daarna langzamerhand steeds meer weggedrukt.
Ook op bord 1 hadden we het moeilijk. Leo Damen (1886) speelde tegen Sten Goes (2160) en kwam in een stelling waar hij een kwaliteit voor had, maar 3 pionnen had ingeleverd. De tegenstander had 3 lichte stukken en 6 pionnen en wist daarmee Leo regelmatig te verslaan.
Een 3 ½ – 2 ½ tussenstand, maar het zag er nog goed uit. Philip stond op bord 8 ietsje beter en Jacques Huijzer (1784) leek op bord 6 vrij eenvoudig van Bas Jansen (2000) te winnen. Jacques had in toreneindspel een overvloed aan pionnen. Uiteindelijk bleven er voor Jacques 2 verbonden pionnen en toren over, terwijl de tegenstander alleen nog een toren had. Bovendien stond Jacques’ koning ook bij de pionnen en werden deze zonder probleem naar de promotie gebracht.
3 ½ – 3 ½ en alleen Philip Huigen (1664) op bord 7 nog bezig tegen Rolinde den Heijer (1714). Philip stond lang veel actiever en won uiteindelijk een pion, en had toen 2 verbonden vrijpionnen op de de damevleugel. In een open stelling met de dames, een toren en enkele lichte stukken nog op het bord was de winst niet makkelijk te vinden. Uiteindelijk overzag Philip een kwaliteitsoffer dat zijn tegenstander direct een pion en extra stuk opleverde. Toen ook nog 1 van de vrijpionnen verloren ging werd het helemaal moeilijk. Philip bleef nog strijden, maar uiteindelijk ging zijn partij en de match verloren: 4 ½ – 3 ½.Na 5 gespeelde wedstrijden staat Almere 2 nog op 0 matchpunten, maar handhaving behoort nog steeds tot de mogelijkheden. In deze poule van 9 degradeert er maar 1 team en in April staan de ontmoetingen met de nummers 9 en 7 op het programma.
