Zesde wint …. en verliest uiteindelijk

Senioren

Hoogste TPR, hoogste aantal bordpunten, maar geen kampioen. Door de onverwachte nederlaag tegen Caissa in de voorlaatste ronde kon het zesde alleen nog kampioen worden als er zelf zou worden gewonnen en als De Wachter en MSK 4-4 zouden spelen. Aan de eerste opdracht werd voldaan. Pegasus werd met 5,5-2,5 aan de zegekar gebonden.

Op bord 8 schoof Alfons Wongsodrono naar een rustige remise. Gezien de stand op het bord (2-0) en de stellingen op de borden was dit een prima uitslag voor ons. Invaller Dick Brugman (bord 7) wist af te wikkelen naar een eindspel met uitsluitend pionnen. De regel dat de verste vrijpion wint ging ook dit keer op. De vijandelijke koning moest die pion in de gaten houden, maar kon niet voorkomen dat de aan de andere kant van het bord de pionnen van Dick op doorbreken stonden. Hierdoor kwamen voor met 1-0. Tony van Weeren (bord 6) wist zijn tegenstander met een vol bord mat te zetten. Als je de eindstelling voor het eerst ziet dan dringt niet eens tot je door dat het daadwerkelijk mat is. Is de aanvaller met minstens tien stukken rond de koning niet te slaan? Kan de koning nog weg? Kan er nog iets tussen de schaak gevende dame en de koning?  Staat de koning schaak? Met Nee, Nee, Nee en Ja als antwoord op al die vragen is het dus daadwerkelijk mat. Jan Huisman overspeelde zijn tegenstander op bord 5 volledig, met een kwaliteitswinst als gevolg. Ik was te druk bezig met mijn eigen partij maar aan het geluid te horen ging er toch iets mis en verloor Huisman pardoes. Aan bord 4 werd door Jeroen Duin een Duiniaanse partij gespeeld. Wat een Duiniaanse partij is? Dat is een partij waarin bij voorkeur niet wordt gerokeerd. Waarin mat achter de paaltje niet mogelijk is, want er staan geen paaltjes meer voor de koning. Waarin allerlei stukken instaan, etc. etc. Als tegenstander kun je natuurlijk beter geen Duiniaanse partij spelen tegen Jeroen, want Jeroen speelt die partijen elke week en jij als tegenstander maar zelden. De Duiniaanse partij eindigde in wat je van een Duiniaanse partij mag verwachten, namelijk in een overwinning van de naamgever. Aan bord 3 speelde Andre Sijpkes een partij waarin alles werd afgeruild behalve de pionnen en een paard van Andre tegen een loper van zijn tegenstander. In zo