Amsterdam West – Almere KNSB-beker

Analyses Senioren

In zeer sportieve sfeer heeft Almere afgelopen donderdag de eerste wedstrijd voor de KNSB –beker gespeeld. Tegenstander was Amsterdam West dat net als het eerste van Almere met het hoogste team in de 3e klasse van de KNSB speelt. De wedstrijdleider van Amsterdam West wilde terecht graag al z’n aandacht aan zijn interne partij besteden. Daarom heb ik hem aangeboden om zijn rol over te nemen. Gelukkig viel er niet veel te wedstrijdleiden en kon ik ondertussen de verrichtingen van Ajax en Feijenoord in de Europa League volgen.

In de schaakwedstrijd staat Ivo na de opening een pion achter maar heeft daarvoor redelijk spel. Het paard dat zich aanvankelijk koest heeft gehouden op z’n thuishonk b1 neemt deel aan de strijd met een sprong naar c3. Dat is meestal een goed natuurlijk veld, maar dat bleek in dit geval op het verkeerde moment. Als een pion het paard vanaf d4 kan aanvallen probeert Ivo nog complicaties te scheppen, maar dat blijkt tevergeefs (0-1).

 

In de andere partijen was de hoofdrol niet weggelegd voor de paarden maar voor de lopers

Johannes partij begon als een soort London in de nahand, die uitmondde in een Benoni-structuur met verwisselde kleuren. De witte opzet met Pf3, c4, b3, Lb2, g3, Lg2 en d3 was volgens Johannes “pretentieloos maar niet slecht”. “Ik zag het allemaal voor het eerst, maar tot mijn verbazing bleek het tot de negende zet redelijk vaak gespeeld te zijn door sterke grootmeesters als Peter Svidler, Luke McShane en Illescas Cordoba. Svidler speelde het tegen Caruana in 2012, en ik denk dat Svidler het als remisewapen gebruikte in die partij. In de kundige handen van Svidler bleek het zelfs voor Caruana te lastig om gaten in de witte opzet te schieten. Mijn tegenstander zal niet op remise uit geweest zijn, maar zal zich thuis voelen in de resulterende stellingen. Hij week op de negende zet af met een wat vreemd ogende zet. Weerleggen kon ik het niet echt, maar ik kwam zeker niet in het nadeel. Even later zette hij zijn zinnen op een sterk paard op d6, maar eenmaal daar aangekomen moest het beest zich al snel onverrichter zake weer terugtrekken. Al met al ging het lang ongeveer gelijk op, tot mijn tegenstander plotseling een kwaliteit weggaf. Hij had daarvoor geen noemenswaardige compensatie en begon meteen daarna snel en oppervlakkig te spelen, waardoor het rap gebeurd was. Hoe slecht zijn stelling was toen hij opgaf blijkt wel uit het feit dat de zet waarmee hij een vol stuk weggaf volgens de engine een van de betere zetten was.” (1-1).

Dennis kreeg in de opening een loperpaar maar een mindere structuur. Na afruil in het middenspel blijft een eindspel over met ieder vijf pionnen en een loper van ongelijke kleur. Vanwege de achterstand in de wedstrijd op dat moment wijst Dennis een remisevoorstel af. Hoewel de partij waarschijnlijk in remise had moeten eindigen speelde Dennis het ondanks de tijdnood en ongelijkkleurige lopers keurig uit, doordat z’n tegenstander steeds meer moeite krijgt om alle pionnen te blijven dekken (1-2).

 

Martijn gaat met wit voortvarend van start en valt met de dame en drie stukken de koningstelling aan. Hoewel de aanval niet doorslaat resulteert een stelling met ieder een dame, twee torens en twee lopers en het initiatief voor wit. Als vervolgens nog meer stukken in de doos verdwijnen resteert een pioneinspel met ieder een loper. En in dit geval zijn het lopers van dezelfde kleur. De rest van de partij wordt afgewerkt met beide continu ongeveer een minuut op de klok. Dit is aan Martijn wel besteed en hij brengt de eindstand op 3-1 in het voordeel van Almere.